Medio 2006 was er binnen de schoolorganisatie een sterke behoefte aan een project dat voldeed aan de volgende eisen:
- het moet uitgevoerd kunnen worden in de VWO4 klassen, binnen het reguliere lesprogramma van het vak ANW
- het moet passen binnen één, voor de leerlingen pakkend, overkoepelend thema
- het moet een vakoverstijgend karakter hebben en liefst de vakken scheikunde, natuurkunde en biologie aanspreken
- naast theorie moet het project ook, zelfstandig uit te voeren, practica bevatten
- de onderwerpen en vaardigheden binnen het project moeten zo veel mogelijk overlap hebben met het examencurriculum van de aangesproken vakken
- het moet, qua studiebelasting, overeenkomen met zo’n 16 lesuren/8 lesweken , de facultatieve excursieweek niet meegerekend
- het moet Engelstalig zijn, zodat het ook ingezet kan worden als samenwerkingsactiviteit met internationale partnerscholen
Vanuit deze visie heb ik het project ‘The Science of Cycling’ ontwikkeld. In dit project wordt de natuurwetenschappelijke kennis achter de sport van het wielrennen belicht, waarbij de prestaties van, en metingen aan, het eigen lichaam (van de leerling) centraal staan.
De basis van het project wordt gevormd door een leerlingreader. Deze reader is op te delen in een theorie- en een praktijk-gedeelte. Onderaan dit artikel staat een link naar de reader.
Deel 1: de theorie

Aan de hand van vier hoofdstukken worden een aantal aspecten van het wielrennen in detail bekeken. Hoe werkt ons lichaam tijdens inspanning? Welke biochemische processen spelen daarbij een rol? Welke natuurkundige wetten zijn van belang wanneer je fietst? Beschreven op een niveau dat aansluit op de 4VWO leerstof van de vakken scheikunde, biologie en natuurkunde.
Deel twee: de begeleidende practica

Naast de theorie zijn zeven verschillende practica ontwikkeld. Ook in de uitwerking van deze practica is goed gekeken naar de examencurriculi van de gerelateerde eindexamenvakken.Tijdens de practica oefenen de leerlingen onder andere hun instrumentele vaardigheden, onderzoeksvaardigheden en vaardigheid in het werken met een numeriek model.
Bij de practica 3 en 7 gaan de leerlingen hun eigen sportieve prestaties meten én duiden. Hierbij wordt specialistische apparatuur ingezet. Er is een geavanceerde hometrainer aanwezig, waarbij de benodigde wattage nauwkeurig ingesteld kan worden. Daarnaast kan, met behulp van een opstelling met een CO2 sensor, real-time de zuurstofopname van de fietser gemeten kan worden. Zo zijn de leerlingen zelfs in staat om metingen te doen aan hun eigen VO2max waarden. Deze metingen worden normaliter uitgevoerd in gespecialiseerde medische labs.
Uitbreiding van het project: de projectweek
In 2007 heb ik een succesvolle pilot mogen uitvoeren van het project ‘Science of Cycling’. In 2008 is vervolgens besloten om dit project uit te breiden tot een internationaal project. Collega’s (J.Paijmans, R.Brands en T.Grosfeld) hebben, aansluitend op het reeds aanwezige schoolproject, een fietsweek op locatie ontwikkeld: de ‘Mallorca Biking Experience’. Daar wordt de kennis, die is opgedaan bij het project ‘Science of Cycling’, in de praktijk toegepast.
Evaluatie
Sinds 2008 heeft de fietsweek elk jaar plaatsgevonden. Door de grote animo onder de leerlingen vaak zelfs meerdere keren per jaar. Het succes van het project is gedeeltelijk terug te voeren op het feit dat leerlingen, zowel tijdens de schoolbezigheden als tijdens de excursie, bezig zijn met hun eigen lichaam en hun eigen prestaties. Het motiveert om abstracte theorie direct te kunnen koppelen aan de eigen belevingswereld!
Via deze link is de reader van dit project te downloaden:
