Leerprocessen

foto door Gaelle Marcel

Met een tiener in huis word ik de laatste tijd niet alleen tijdens mijn lessen op school geconfronteerd met frustraties rondom het leerproces. De weken voor de kerstvakantie zat mijn zoon te ploeteren, in voorbereiding op de toetsweek. Daarbij in de weg gezeten door zijn dyslexie. Na hem zo een aantal dagen bezig te zien, voelde ik ook enige frustratie bij mezelf opkomen. Ik pakte een leeg blad, vouwde er drie kolommen in en schreef per kolom een aantal steekwoorden op. Met het ingevulde blad in mijn hand ging ik naast mijn zoon zitten.

“De eerste kolom gaat over de uitgangspunten”, zei ik, “de why, de basis waar vanuit je werkt”. Bovenaan de kolom stond ‘school is moeilijk‘. “School is stom” is een terugkerend mantra bij mijn zoon. Maar wanneer je basishouding al zó negatief is, dan wordt het heel moeilijk om de motivatie te vinden om aan de slag te gaan. School is niet altijd leuk, en werken voor school zal ook vaak lastig zijn. Dat hoort ook zo, maar dat maakt het niet direct stom. Probeer het als een uitdaging te zien, om er het beste uit te halen. Daaronder stonden de woorden ‘leren is frustreren‘. Leren gaat niet als vanzelf. Op het moment dat je weerstand voelt, dán ben je pas echt aan het leren. Kijk er ook zo tegenaan, laat de frustratie niet de overhand krijgen. Zeg tegen jezelf dat het er echt bij hoort. Probeer die wrijving ook bewust op te zoeken als je werkt voor school. Onderaan stond ‘huiswerk=leren‘. Maak je huiswerk niet ‘omdat het moet’. Maak er ook geen wedstrijd van om alles zo snel mogelijk af te hebben. Probeer je bewust te zijn van wat je zou moeten leren van het maken van je huiswerk. En ga ook na of je, na het maken van het huiswerk, inderdaad ook iets geleerd hebt.

“De tweede kolom gaat over je dagelijkse leerproces, laten we het de ‘how’ noemen”, vervolgde ik. Onder elkaar stonden ‘dagplanning‘, ‘werk met focus‘ en ‘laptop‘. Zorg dat je elke dag een duidelijk overzicht hebt van wat je wil gaan doen en verdeel die taken in blokken van ongeveer een half uur. Zodat je het gevoel hebt dat je alles onder controle hebt. En zodat je ook je taakjes één voor één kunt doorstrepen. Dat motiveert. En het allerbelangrijkste is dat als je aan het werk gaat, je jezelf 100% daarop richt. Dat betekent dat je je telefoon aan de kant legt, liefst in een andere ruimte. Gebruik in plaats daarvan je laptop om op te zoeken wat het huiswerk is, en welke documenten er met je gedeeld zijn.

“In de derde kolom staan de echte game changers”, en ik vouwde het blad helemaal open. Bovenaan stond ‘digitale methodes‘. Veel van de vakken van mijn zoon hebben een digitale methode. Deze digitale omgevingen worden door de docenten van mijn zoon weinig ingezet. Maar ze zijn wel toegankelijk, en kunnen ook echt een meerwaarde hebben. Denk daarbij aan digitale quizjes, woordjes oefenen en, niet onbelangrijk voor mijn zoon, het laten voorlezen van lange teksten uit het boek. Eronder was geschreven ‘A.I‘. A.I. als een soort verlengde digitale methode-omgeving. Mijn zoon heeft veel problemen met moderne talen. Dan kan het echt helpen om A.I. bijvoorbeeld zinnen te laten construeren en te laten voorlezen. Ook omdat ik, als ouder, het Frans of Duits ook niet goed beheers.

Helemaal onderaan in de derde kolom stond één woord. ‘TikTok‘. Mijn zoon zit uren per dag op TikTok, net als heel veel leeftijdsgenoten. TikTok, probeerde ik uit te leggen, is helemaal ingesteld om je om de paar seconden feedback en een goed gevoel te geven. Elke keer een verslavende dopamine-kick. Veel van de activiteiten die je in het dagelijkse leven doet duren alleen veel langer dan een paar seconden. Leren en werken voor school horen daar ook bij. Wil je écht een verschil maken, dan haal je TikTok van je mobieltje. En ga je afkicken van het idee dat je je nooit langer dan 20 seconden hoeft in te spannen. Die tijd die je nu wint kun je onder andere gebruiken door meer te lezen. Want goed lezen is een vaardigheid die alleen maar belangrijker wordt gedurende je schoolcarrière.

Mijn zoon was erg verbaasd door het verhaal dat ik tegen hem afstak. Tevreden met mijn inzet liet ik het blad bij hem achter. Gisteren vroeg ik mijn zoon waar hij het blad had gelegd. “O”, zei hij “dat zal ik wel weggegooid hebben, met de andere losse blaadjes, toen de toetsweek afgelopen was”. We hebben nog een lange weg te gaan…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven