Ménage a trois

‘Kijk!’. Mijn reisgenoot tikt me aan met zijn elleboog en wijst naar het einde van de boulevard. En inderdaad, daar zijn ze weer. Het Duitse stel, met de Italiaanse jongeman. Gedrieën wandelen ze de boulevard af, om plaats te nemen op ons terras, twee tafeltjes verder. Toeval? Nee, het eiland is niet zo groot, en dit terras aan de haven lijkt het enige terras in de omtrek te zijn. Dat trekt de toeristen wel, zeker met zo’n verstikkende droge Afrikaanse wind als vandaag. Na een snelle knik van herkenning in onze richting wordt er besteld. Non alcoholico. ‘Nog steeds met z’n drieën’, merk ik achteloos op. Mijn hypothese is niet ontkracht. Wij besluiten nog snel een laatste drankje te bestellen voordat onze vlucht gaat.

Een avond eerder. Het hele dorp zit in de pizzeria. Elk tafeltje lijkt bezet, een zoete, warme lucht komt ons tegemoet. We worden weggezet aan het enige tafeltje dat nog leeg blijkt te zijn. Naast ons een ronde tafel, met drie gasten. Een Duitse vrouw, pittig type, kort haar. Ze zal in de dertig zijn. Geflankeerd door haar echtgenoot. De man is wat ouder maar ziet er zeer verzorgd uit. Blonde haren (geblondeerd?), nette zomerkleding. Tegenover hen zit een goedgebouwde, gebruinde jongeman; een Siciliaan waarschijnlijk. De echtgenoten spreken Duits met elkaar, en gedrieën wordt de Engelse taal gebezigd. Relaxed houden ze de conversatie in gang.

‘Volgens mij’, filosofeer ik, ’zien we hier een echtpaar dat eens wat anders wil. Ze hebben een local opgepikt, en gaan een wilde avond tegemoet’. Mijn reisgenoot bekijkt de situatie nog eens kritisch, en concludeert vervolgens droog dat volgens hem de kans veel groter is dat de blonde Duitse meneer er alléén vandoor gaat met deze ‘Italian Stallion’. Niet uit te sluiten, bedenk ik me, maar wat is dan haar rol hierin? Pizza’s komen op tafel, met een fles van de plaatselijke Passitowijn, en verschillende wilde theorieën passeren die avond de revue.

Het vliegveld is het kleinste waar ik ooit ben geweest. De vertrekhal bestaat uit een ruimte ter grootte van een klaslokaal. Een aantal eilandbewoners wacht gelaten op de volgende oversteek naar Sicilië. Wij blijken de enige toeristen te zijn. In de rechterhoek van de ruimte is een doorgang, iets breder dan een deur. Met een lopende band, waar de handbagage op gaat, en een metaaldetector. Als er een bewaker verschijnt bij het poortje staan, als op commando, alle aanwezigen op en wordt er een keurige rij gevormd. Het inchecken kan beginnen. Ik voel een licht contact aan mijn schouder, en zie dat ik links voorbijgestoken word. Gaat men hier nu voordringen? Maar het zijn slechts de twee piloten van onze vlucht. Routineus passeren zij het, blijkbaar enige, poortje van het hele vliegveld en beginnen ze aan de twintig meter naar het gereedstaande propellervliegtuigje.

‘Dzere you are again!’. De blonde Duitse meneer kijkt me lachend aan, terwijl ook hij mij passeert, strak gestoken in uniform. Achter hem, vriendelijk naar ons knikkend, de andere crewleden, de blonde mevrouw en de Italiaanse gigolo.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven