Enige tijd geleden ben ik overgegaan op een nieuwe aanpak in mijn klassen. Uitgangspunt was dat ik mijn leerlingen de mogelijkheid wilde bieden om zelf hun leerroute vorm te geven. In dit artikel is hier meer over te lezen.
“Mistakes should be examined, learned from, and discarded; not dwelled upon and stored.”
– Tim Fargo
Ik wil mijn leerlingen ook waardevolle feedback kunnen geven op hun handelen. Ik hoop daarmee een sfeer te creëren waarin fouten maken niet erg is. Maar om te kunnen leren van deze fouten moeten mijn leerlingen ook uitgenodigd worden om te reflecteren óp hun eigen handelen. Hiervoor heb ik een zogenaamd reflectieformulier ontwikkeld.
Na elke summatieve toets nodig ik mijn leerlingen uit om hun toets te komen inzien. Tijdens de inzage vullen ze een digitaal reflectieformulier in. Dit formulier bestaat uit drie delen.
In het eerste deel kunnen mijn leerlingen hun gedetailleerde testresultaten bekijken. Ik voer al standaard een analyse uit op de toetsdata (meer hierover in dit artikel). Deze deelscores kan ik zichtbaar laten worden in het persoonlijke reflectieformulier van elk van mijn leerlingen. Per toetsvraag proberen leerlingen na te gaan welke problemen er eventueel opgetreden zijn. In het formulier zijn 14 trefwoorden weergegeven, verdeeld over 4 categorieën (bijv. ‘ik heb de situatie niet herkend’, ‘ik heb een rekenfout gemaakt’, ‘ik ben de eenheid vergeten’). Deze trefwoorden correleren met de vaardigheden, procedures en kennis die een leerling voor mijn vak (natuurkunde) zou moeten bezitten. Aan het einde van deze eerste stap wordt al direct duidelijk welke problemen veelvuldig zijn opgetreden tijdens het maken van deze toets.
In het tweede gedeelte kijken de leerlingen terug op hun verrichtingen in de periode voorafgaand aan de toets. Ze reflecteren op een aantal criteria voor ‘goed leren’. Ook vinden ze hier een gedetailleerde analyse van hun gemaakte toets. Deze bestaat uit de deelscores per onderwerp, maar ook op een aantal, vakspecifieke, thema’s. Voor mijn vak zijn dat de categorieën kwantitatieve vs. kwalitatieve opgave en productie vs. reproductie.
Vanuit de evaluatie in de eerste twee stappen kan een leerling al waardevolle inzichten verkrijgen. In het derde deel van het document worden deze inzichten, samen met de conclusies van eerdere reflecties, als input gebruikt om te komen tot een verbeterde leerstrategie in de toekomst. Er worden vier vragen gesteld:
Toetsevaluatie?: Zie je veel voorkomende fouten? Zie je verrassende resultaten in de deelscores? (bijvoorbeeld hoge score bij de kwalitatieve opgaven, maar een lage bij de kwantitatieve).
Top?: Waar ben je trots op, wanneer je kijkt naar je aanpak en studiehouding in de afgelopen periode? Heb je jezelf kunnen houden aan eerder genomen afspraken met jezelf (zie de vorige zelfevaluatie)? Ben je gegroeid in je leren?
Tip?: welke gemaakte keuzes zijn, achteraf gezien, minder goed uitgevallen? Wat had je beter kunnen doen tijdens de voorbereiding op deze toets?
De laatste vraag is de belangrijkste van de vier. Het vormt het wezenlijke einddoel van dit reflectieformulier. Uiteindelijk draait alles om de vraag ‘wat kun je leren van je gemaakte fouten’?:
Toekomst?: Wat ge je anders doen in de manier waarop je leert en tijdens de voorbereiding op de volgende toets? Kun je scherpomlijnde handelingen/doelen beschrijven die je zou willen volgen/halen?
Het reflectieformulier bestaat uit een Google Spreadsheet. Wanneer mijn leerlingen het formulier hebben ingevuld worden deze ook automatisch met mij gedeeld. Ik kan vervolgens mijn leerlingen op persoonlijk niveau en zeer gericht coachen. In het laatste blauwe blok kan ik mijn leerlingen ook een schriftelijke, persoonlijke feedback geven.
Doordat alles binnen de Google G Suite omgeving plaatsvindt kunnen de leerlingen de ingevulde formulieren, mét de feedback van mij, gedurende de rest van hun schoolcarrière nog inzien. Met als uiteindelijke doel dat ze leren van hun fouten en ze kunnen groeien op metacognitief niveau.