Hierboven zijn de resultaten te zien van een onderzoek van de Vrije Universiteit (januari 2019) naar de manier waarop eindexamens, en dan vooral de herexamens, worden gecorrigeerd. In het tweede tijdvak (rood in de grafiek hierboven) is een duidelijke sprong te zien rondom de 5,5. Toeval? Natuurlijk niet, want docenten zijn immers ook maar mensen, en geen computers. Ze hebben een persoonlijke band ontwikkeld met hun leerlingen en gebruiken de vrijheid in (en wellicht ook buiten) hun beoordelingsruimte om de beste resultaat voor hun leerlingen te behalen.

Van examenkandidaat tot corrector
Na het afsluiten van het examen worden alle examendocumenten op de examenschool gedigitaliseerd (gescand). Een voorstel om examenwerken in te scannen, om zo de werken eerder bij de tweede corrector te krijgen, is al in 2012 gedaan, door de toenmalige staatssecretaris Sander Dekker, naar aanleiding van een onderzoek van Cito.
De digitale documenten worden opgestuurd naar een centraal distributiepunt, DUO bijvoorbeeld. Daar worden de werken per klas toegewezen aan twee externe correctoren. Op de correctiescholen worden de examens vervolgens op papier uitgeprint en uitgereikt aan de correctoren.
Naast dat het versturen van digitale werken sneller, en ongetwijfeld ook goedkoper, plaatsvindt dan mappen met papieren werken zijn er nóg twee grote voordelen te benoemen.
1 Het originele werk blijft altijd in bezit van de examenschool.
2 Daarnaast verkrijgen beide correctoren tegelijkertijd een volstrekt identieke versie op papier.
Van corrector tot CE cijfer
Beide correctoren voeren individueel een grondige correctie uit en voeren de scores per vraag, á la ‘Wolf’, in. Deze scores worden teruggestuurd naar het centrale distributiepunt. Door een slimme analyse uit te voeren op beide scorematrices kan er softwarematige feedback gegenereerd worden richting beide correctoren. In situaties waarin beide correcties niet wezenlijk van elkaar verschillen kunnen er al eindscores vastgelegd worden. De situaties waarin er wél een significant verschil waarneembaar is worden als discussiepunt teruggegeven aan de correctoren.
Beide correctoren gaan in overleg (via mail, via de telefoon) over deze discussiepunten. Waarbij er sprake is van een totale gelijkwaardigheid wat betreft de rol van beide personen. Geen van hen is emotioneel verbonden aan de leerlingen. Beiden beschikken daarnaast tijdens deze gesprekken over dezelfde informatie op papier. Dit maakt een objectieve discussie makkelijker. De correctoren komen eindscores overeen die vervolgens teruggestuurd worden, via het centrale punt, naar de examenschool.
Wat brengt het?

Wat vraagt het?
Veel examendocenten zullen huiverig zijn om deze laatste stap in de carrière van hun leerlingen uit handen te geven. Begrijpelijk, gezien de emotionele band die velen door de jaren heen ontwikkeld hebben met hun leerlingen. Maar de beroepsgroep moet toch genoeg vertrouwen hebben in zichzelf dat men, als docent zijde, met een gerust hart de beoordeling kan toevertrouwen aan een collega’s in het land?
Elk examenwerk wordt in dit voorstel twee keer volledig beoordeeld , op een professionele en grondige manier. Dit vraagt wel om nóg meer inzet van de correctoren.
Pingback: De eindejaarstransfers, schaamte en de lonkende zomervakantie. – Teacher Tapp Nederland